Het wasproces

Was verzamelen

Houdt met de volgende punten rekening als je was verzameld:

  • Bewaar de was op een droge plaats, anders gaat het schimmelen.
  • Bewaar de was zo kort mogelijk. Hoe langer vuil op textiel zit, hoe meer het in de vezels kan trekken.
  • Bewaar de was op een koele plaats. Het wasgoed gaat minder snel onfris ruiken en bacteriën zullen minder snel vermenigvuldigen.

 

Sorteren

De eenvoudige regel van wassorteren is, wit bij wit en bont bij bont,

Bij het sorteren van de was houd je rekening met:

  • kleur: wasgoed verdelen in wit, licht bont en donker bont
  • grondstof: sorteren op katoen, wol of synthetisch
  • vuilheid: scheiden van erg vervuild wasgoed en minder vuil wasgoed
  • kleurechtheid: sommige kleuren geven af tijdens het wassen
  • nieuw wasgoed: bij nieuw wasgoed eerst apart wassen

Denk bij het sorteren aan:

  • Het leegmaken van de zakken.
  • Opgestroopte mouwen afrollen.
  • Vlekken voorbehandelen.
  • Kleding binnenste buiten keren.
  • Om schade aan de wasmachine te voorkomen, ritsen en drukknopen dichten en touwtjes samenknopen
  • Kleding met haakjes, klittenband of beugel bh's in een speciaal waszakje doen.

 


INSTRUCTRUCTIEFILM:

DE WAS SORTEREN


De Handwas

Sommige kledingstukken zijn kwetsbaar of geven kleur af. Je kunt ze daarom beter met de hand wassen. Voor de handwas neem je een bak met lauwwarm water, je lost het wasmiddel op in het water en dompelt het kledingstuk in het sop. Houd het wasgoed voortdurend onder water in beweging, zo kan het vuil loskomen. Vooral gekleurd wasgoed moet nooit in het sop bkijven staan, omdat het dan kan verkleuren. Knijp de kleding goed uit, zodat het wasmiddel uit het kledingstuk is. 

De Wasmachine

Wanneer de was in de machine zit en je een wasprogramma hebt gekozen, vult de machine zich met water. In de wasmachine beweegt de was in water met een wasmiddel. Het bewegen van vuile was in water met wasmiddel zorgt voor de schone was.

 

Wasmiddel

Wasmiddel is in verschillende soorten te koop, poedervorm, vloeibaar of in capsules. De meeste wasmachines hebben bovenin een lade waarin drie bakjes zitten. Eén bakje voor de hoofdwas, één bakje voor voor de voorwas als het wasgoed erg vuil is en een bakje voor de de wasverzachter.

 

lade in wasmchine met drie bakjes

(I) voorwasmiddel

(II) hoofdwasmiddel

(III) wasverzachter

wasprogramma

Een wasmachine heeft vaak de volgende programma's:

  • Voorwas
    In dit programma wordt een gedeelte van het vuil verwijderd. Hiervoor is een voorwasmiddel nodig. De voorwas wordt vooral gebruikt bij ernstig vervuilde was.
  • Hoofdwas
    Het meeste gebruikte wasprogramma. De watertemperatuur voor de hoofdwas hangt af van de mate van vervuiling van het te wassen wasgoed. Voor de hoofdwas kan men kiezen voor verschillende wasprogramma's. Dit ligt echter wel aan je wasmachine. Verschillende merken wasmachines bieden ook verschillende wasprogramma's aan. De meeste wasmachines zullen de standaard wasprogramma's aanbieden:
    • katoen
    • gemengde was/mix
    • fijne was/delicaat
    • extra spoelen
    • centrifugeren

Tevens bieden wasmachines extra wasprogramma's aan, dit ligt aan de wasmachine waar je mee werkt. Enkele extra wasprogramma's kunnen zijn:

    • verkort programma
    • jeans prgramma
    • donkere was
    • zeer kort/opfrissen
    • antikreuk
  • Spoelen
    Een wasprogramma heeft meestal een aantal spoelgangen. Op deze manier worden alle zeepresten en het vuil weggespoeld. Bij de laatste spoelgang wordt eventueel de wasverzachter toegevoegd.
  • Centrifugeren
    Hierbij wordt zoveel mogelijk vocht uit het wasgoed verwijderd.


Stappen voor het wassen in de wasmachine:

  1. Vul de wasmachine met het gesorteerde wasgoed. Stop de wasmachine niet te vol. 
  2. Kies het juiste programma.
  3. Gebruik het juiste wasmiddel. Doe dit in het wasmiddelenbakje of gebruik hiervoor een wasbol.
  4. Sluit de deur en zet de wasmachine aan. Het wasmiddel en wasverzachetr wordt automatisch aan het waswater toegevoegd.

INSTRUCTRUCTIEFILM:

WASSEN